Fysiotherapie is een persoonlijke en breed inzetbare vorm van gezondheidszorg. Sommige behandelingen vinden plaats in een behandelkamer op een behandelbank en andere in een trainingsruimte. Welke vorm van behandelen het beste resultaat biedt, hangt af van uw lichamelijke klachten, fase van het behandeltraject en uw persoonlijke doelen.

Elk behandeltraject begint met een vraaggesprek en lichamelijk onderzoek om te bepalen wat de klachten precies inhouden, welke factoren daar invloed op hebben en welke behandelwijze het beste zal passen. Ieders lichaam, persoonlijkheid en verleden is anders, waardoor elke behandeling individueel aangepast moet worden om het beste resultaat te bereiken.
Hierom plannen wij voor de eerste bijeenkomst extra tijd in, zodat situatie goed in kaart gebracht kan worden en er tijd is voor uitgebreide voorlichting. Als het een lichamelijke klacht betreft, waar een kort behandeltraject voor nodig is, kunnen de eerste handelingen alvast gestart worden.

De behandelwijze wordt aangepast aan elk persoon, maar het verbeteren van lichamelijk functioneren en presteren is een kernonderdeel van elk fysiotherapeutisch behandeltraject. Dit is op te delen in vijf aspecten:
Bewegingsvrijheid – Coördinatie – Uithoudingsvermogen – Kracht – Snelheid.

Bewegingsvrijheid
Geblokkeerde of stijve gewrichten, stijve spieren, pezen, ligamenten en bindweefsel of overmatige spanning op spieren kunnen de bewegingsvrijheid verhinderen.
Door middel van doorbewegingstechnieken en massage kan het betreffende lichaamsdeel los en soepel gemaakt worden op de behandelbank. Daarbij zal u oefeningen meekrijgen, waardoor het lichaamsdeel soepel zal blijven.

Coördinatie
Lichaamshouding en de manier van bewegen bepalen welk lichaamsdeel, of structuur, het meest belast wordt.
Klachten die langzaam zijn opgekomen, zijn veelal het resultaat van overbelasting. Met technieken, die op de behandelbank worden uitgevoerd, kan de pijn ervan vaak gedempt worden. Maar voor een blijvend resultaat zal de coördinatie verbeterd moeten worden, zodat het lichaamsdeel, of structuur, niet meer overbelast wordt.
Op basis van bewegingsanalyse wordt bepaald welke houdingen, bewegingen en vaardigheden verbeterd moeten worden voor het juiste resultaat. Bewegingen en vaardigheden anders uitvoeren kan erg lastig zijn. Iedereen leert anders en de ene persoon zal lichamelijke vaardigheden sneller aanleren dan de andere. Het is hiervoor van belang om op verschillende manieren op het juiste niveau te oefenen.

Uithoudingsvermogen – Kracht – Snelheid
Wanneer de bewegelijkheid en coördinatie in de kern goed verlopen, kan er opgebouwd worden in duur en/of intensiteit. Het is afhankelijk van de persoonlijke doelen, hoe dat aangepakt wordt. Bijvoorbeeld langer kunnen hardlopen zonder klachten vraagt een andere opbouw dan volledige werkdagen kunnen werken. Wanneer er vermoeidheid optreedt, meer kracht op het lichaam staat of een beweging sneller uitgevoerd wordt, is het moeilijker om de coördinatie juist uit te voeren. Om restklachten en terugkerende klachten te voorkomen moet het niveau opgebouwd worden, totdat werk, sport, hobby’s en andere activiteiten geen overbelasting meer zijn.